Elektra eenheden en definitie lijst
Overzicht van elektra definities, eenheden
Elektrische vermogen | watt | W |
Elektrische spanning | volt | V |
Elektrische stroomsterkte | ampère | A |
Weerstand | ohm | Ω |
EAN-code energie (stroom of gas) : Uniek identificatienummer conform de Europese Artikel Nummering. De EAN-code energie is uniek en bestaat uit een getal van 18 cijfers. Uw gasaansluiting heeft een eigen EAN-code energie, maar ook uw elektriciteitsaansluiting heeft een eigen nummer. Daardoor weten energieleveranciers en netbeheerders precies over welke aansluiting het gaat. Op deze manier ontstaan geen misverstanden
Met behulp van deze dienst kunt u een ‘aansluiting identificatie code’ (eancode) opzoeken van een aansluiting op het elektriciteitsnet en gasnet van Nederland. De informatie is eigendom van de netbeheerders en wordt maandelijks bijgewerkt.
EAN-codeboek + Een online toegankelijk uittreksel van het aansluitingenregister
Afgelezen meterstand: Een meterstand die ter plaatse van de meetinrichting visueel is afgelezen.
Elektriciteitsvoorzienings aansluitingen: Het totale systeem van onderling verbonden netten en systeem
Grootschalige storing: De uitval van verscheidene elementen in het elektriciteitsvoorzieningssysteem of productie-eenheden waardoor in een groot gebied dan wel bij een groot aantal aangeslotenen de transportdienst onderbroken word. (zie onze elektra storing of elektriciteit uitval pagina)
Laagspanning: Een spanningsniveau kleiner dan of gelijk aan 1 kV.
Laagspanningsnet: Net bestemd voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau kleiner dan of gelijk aan 1 kV en dat als zodanig wordt bedreven
Middenspanningsnet Net bestemd voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau groter dan 1 kV, maar kleiner dan of gelijk aan 35 kV en dat als zodanig wordt bedreven
Landelijk hoogspanningsnet De netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 110 kV of hoger en die als zodanig worden bedreven, alsmede de landsgrensoverschrijdende netten op een spanningsniveau van 500 V of hoger
Hoogspanning: Spanningsniveau hoger dan 1000 V
Grootverbruikaansluiting Een aansluiting met een totale maximale doorlaatwaarde groter dan 3x80A of een aansluiting zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 of lid 3, van de Wet.
Grootverbruiker Een aangeslotene, niet zijnde een kleinverbruiker.
UCTE: Union pour la Coordination du Transport de l’Electricité. Dit is de unie van elektriciteitsbedrijven verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van het elektriciteitssysteem en de landelijke netten die onderling synchroon gekoppeld zijn uit de landen: België, Bosnië-Hersegovina, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Kroatië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Servië, Slovenië, Spanje en Zwitserland.
Regionaal hoogspanningsnet Net bestemd voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50 kV of hoger, maar lager dan 110 kV en dat als zodanig wordt bedreven.
Regionale netbeheerder Een netbeheerder die is aangewezen voor het beheer van één of meer netten, anders dan het landelijk hoogspanningsnet.
Spanningsregeling: Primaire spannings- en blindvermogensregeling lokaal op productie-installaties uitgevoerd.
Spanningsstatiek: De verhouding tussen optredende spanningsverandering (relatief) en geregelde blindvermogen (relatief) uitgedrukt in procenten.
Spanning Uc: De spanning Uc is de door de netbeheerder aangegeven en met de verbruiker overeengekomen toegekende waarde van de spanning.
In de Europese regelgeving over CPR (EN 50575 en EN 13501-6) zijn verschillende Euroklassen (ca) gedefinieerd: A, B1, B2, C, D, E en F. Deze klassen variëren in brandbijdrage en toepassing bij brandrisico op basis van de volgende kenmerken:
– Rookontwikkeling (s=smoke)
– Brandende en vallende deeltjes (d=droplets)
– Corrosiviteit / zuurgraad (a=acidity)
Onderstaande kenmerken zijn in verschillende waarden mogelijk.
De keuze wordt nationaal bepaald waarbij voor Nederland de in het overzicht, “Brandclassificatie kabel CPR en NEN8012”, aangegeven waarden gelden. De klasse alleen is dus niet voldoende om de juiste kabel te selecteren.
De toepassing van de juiste kabel is afhankelijk van het brandrisico in het bouwwerk. In de NEN 8012 is vastgelegd welke kabel in welke situatie toegepast dient te worden.
AWG: staat voor American wire gauge een standaard voor de dikte van een draad. Meestal zien we in UTP bekabeling AWG 24 (Cat5e, Cat6), AWG 23 (Cat6 ,Cat6A, Cat7) en AWG 22 (Cat7A) voor stugge installatie kabel, het AWG getal staat voor de dikte van de ader. Wanneer een AWG waarde van bijv. AWG24/7 wordt aangegeven duidt dit op een soepele patch kabel met 7 strengen per ader. Des te lager het AWG getal des te dikker is de kabel.